Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [19]Hun rechters zijn [20][21]aan de zijde der steenrots vrijgelaten geweest, en hebben gehoord mijn redenen, dat zij [22]aangenaam waren. 19. Dit schijnt te zien op de historie 1 Sam.26:13,24,25, waar David Saul en zijne officieren in zijne macht hebbende, hen nochtans verschoond heeft, en daarna met lieflijke redenen hen van zijne onschuld heeft overtuigd. Anders: Als hunne rechters aan de zijde der steenrotsen afgestort [dat is, jammerlijk omgekomen] zijn, dan zal men horen dat mijne redenen aangenaam zijn. 20. Of, over. 21. Hebr. de handen. 22. Of, zoet, lieflijk, niemand kwetesende, en derhalve waardig om aangenomen te worden. Of, [gelijk sommigen] men zal vernemen, dat mijne gebeden voor de vromen gedaan, in hunne ellende, bij God aangenaam en van Hem verhoord zijn. Dit zesde vers kan ook aldus overgezet en verklaard worden: Hunne regeerders laten zich neder aan de zijde der rotsstenen: hoewel zij mijne redenen gehoord hebben, dat zij lieflijk zijn; dat is, zij loeren op mij en op mijn volk, als wij ons verbergen in de rotsstenen, niettegenstaande zij mij vriendelijke en bescheiden woorden gehoord hebben. Zie 1 Sam.23:26, en 1 Sam.24:3; idem 2 Sam.24:10, en 2 Sam.26:3.